Het rijbewijs van groep 2. Tot deze groep behoren de rijbewijscategorieƫn C, C+E, C1, C1+E, D, D+E, D1, D1+E en B en B+E bezoldigd of hiermee gelijkgesteld vervoer. De chauffeur/chauffeur in opleiding dient te beantwoorden aan bepaalde medische selectiecriteria. Waar ik het nu niet over ga hebben. Ik ga wel even ingaan op de eigen verklaring. Dat is een wettelijk vastgelegde vragenlijst met twintig vragen die de kandidaat moet beantwoorden en ondertekenen.
Vraag zeven lokt doorgaans de meeste reacties uit. "Snurkt u luid tijdens uw slaap?" luidt deze vraag. Wanneer ik de antwoorden op de vragenlijst overloop, bespreek ik de antwoorden waar de kandidaat voor het rijbewijs positief op heeft geantwoord. "Alles was negatief, behalve het snurken", zeg ik dan wel eens. De reacties lopen uiteen van gĆŖne tot uitgesproken jolijt. Vaak moet ik de bedoeling van deze vraag uitleggen.
Indien deze vraag positief wordt beantwoord, Ć©n vraag zes, zijnde "Heeft u overdag abnormale vermoeidheid of slaapneigingen?", dan kan het wijzen op een slaapapneusyndroom. En dat is een probleem. Want iemand met pathologische somnolentie tengevolge van slaapapneu, is niet rijgeschikt. Totaal niet, ook niet voor groep 1! Hij kan pas terug rijgeschikt verklaard worden 1 maand na het instellen van een succesvolle behandeling. Hij krijgt dan een rijbewijs die 2 jaar (groep 1) of 1 jaar (groep 2) geldig is. En pas hierna kan hij terug een rijbewijs bekomen met een normale geldigheidsduur. Niet om te lachen dus. Maar ik heb eigenlijk nog niet meegemaakt dat iemand beide vragen positief heeft beantwoord, en ik denk dat ik toch al ruim meer dan duizend schiftingen heb afgehandeld.
Net als de drugcluster vorige week, heb ik deze week een slaapapneucluster gehad - wat voor mij ook de aanleiding was om het nu over dit onderwerp te hebben. Drie mensen heb ik deze week verwezen naar hun huisarts met de suggestie om eens een polysomnografie (een slaaponderzoek) te laten uitvoeren. Het waren geen duidelijke gevallen van slaapapneu (gelukkig maar, ik zou niet graag hebben verteld dat ze met onmiddellijke ingang rijongeschikt waren), maar hun verhalen waren alle suggestief voor een beginnende slaapapneu. Luid snurken, 's morgens reeds een gevoel van vermoeidheid, de neiging om in slaap te vallen wanneer ze ergens moeten wachten, ... ik geef dan ook de raad om hun vrouw/vriendin/partner er eens op te laten letten of ze ook stoppen met ademen, een aantal seconden lang, om dan opeens wat dieper in te ademen, eventjes te schrikken zelfs, en dan terug normaal ademen. Dat is namelijk het beeld van slaapapneu. Maar om dat echt te objectiveren, is een nachtje in het hospitaal nodig.
Drie gevallen deze week. Waarschijnlijk ligt het ook voor een deel aan mijzelf, omdat ik er nu toevallig meer aandacht aan heb besteed tijdens de anamnese. Allemaal een kwestie van perceptie.
---
Slaapapneu
Definitie
Een apneu is een medische term voor een ademstilstand tijdens de slaap gedurende tenminste 10 seconden. Indien er meer dan 10 tot 15 apneus optreden per uur, spreekt men van een slaapapneusyndroom. Hierdoor daalt het zuurstofgehalte in de weefsels. Naast allerlei fysiologische veranderingen in het lichaam geven de hersenen het lichaam ook een signaal om wakker te worden. Na ontwaken, vaak met een schok, wordt de ademhaling weer hervat. De fysiologische veranderingen en het steeds ontwaken hebben het slaapapneusyndroom tot gevolg.
Oorzaken
De oorzaak van de apneus kan verschillend zijn. Op grond daarvan kunnen drie vormen van slaapapneu onderscheiden worden.
Het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) wordt veroorzaakt door een afsluiting (obstructie) van de ademweg. De afsluiting kan worden veroorzaakt door het uitzakken van het zachte weefsel in de wand van de keelholte, door het naar achteren zakken van de tong of door andere zachte, afsluitende delen in de keelholte. Door de afsluiting wordt de ademweerstand verhoogd en vindt er minder of zelfs geen transport van lucht naar longen plaats. Gedeeltelijke afsluiting van de keelholte veroorzaakt een turbulentie van de luchtstroom, die het weke verhemelte en andere structuren aan het trillen brengt. Dit leidt tot snurken. Indien bij het snurken de luchtverplaatsing naar de longen afneemt, spreekt men van hypopnoe. Zowel apnoe's als hypopnoe's kunnen aanleiding geven tot zuurstofgebrek in het bloed.
Het Centraal Slaapapneu Syndroom (CSAS) wordt veroorzaakt door een falen van de hersenen in het geven van impulsen naar de ademhalingsspieren. Daardoor worden er geen ademhalingsbewegingen uitgevoerd. De keelholte is hierbij normaal doorgankelijk voor lucht.
De derde vorm van slaapapneu is een mengvorm van OSAS en CSAS: zowel een obstructie van de ademweg als een falen in het prikkelen van de ademhalingsspieren.
Risicofactoren
Apneus treden bij de meeste mensen wel eens op. Onderzoek wijst echter uit dat 2 tot 4% van de volwassenen op middelbare leeftijd matig tot ernstig slaapapneu vertoont. Bij vrouwen komt dit dubbel zo veel voor als bij mannen.
Het obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) wordt vooral gezien bij zwaarlijvige mannen van middelbare leeftijd. Het OSAS is minder frequent bij vrouwen, kinderen en personen met normaal gewicht.
Een aantal factoren kunnen bijdragen tot slaapapneu.
• zwaarlijvigheid (o.m. vetweefsel in halsgebied)
• genetische aanleg
• Leeftijd
• Gebruik van alcohol, slaap- en kalmeermiddelen
• Roken
• Chronische luchtwegirritatie, oedeem
• Slaaphouding: rugligging
• Obstructie van de neusholte
• Obstructie van de keelholte (vergrote amandelen, vergrote huig)
• Nekomvang: veel slaapapneupatiĆ«nten hebben korte nekken met grote kaakbeenderen De omvang van de nek kan gebruikt worden als voorspeller van de kans op slaapapneu: iemand die een boordmaat groter dan 43 heeft, heeft een verhoogde kans op slaapapneu.
• Aangezichtsvervormingen
• Hormonale- en stofwisselingsaandoeningen (na de menopauze komt apneu bv. meer voor)
• Snurken is niet alleen een symptoom, maar ook een risicofactor voor slaapapneu.
Symptomen
Tekenen die wijzen op een slaapapneusyndroom zijn onder meer:
• ademstilstanden tijdens de slaap, gevolgd door luid gesnurk en/of woelen
• zwaar snurken
• wakker schrikken met verstikkingsgevoelens
• ochtendhoofdpijn
• slaperigheid overdag
• prikkelbaarheid
• concentratieverlies, vergeetachtigheid
• nachtzweten
• droge mond of pijnlijke keel bij het ontwaken
• vaak moeten plassen 's nachts
Waarom is slaapapneu gevaarlijk?
Slaperigheid
De nachtelijke slaap bestaat voor 15-20% uit zeer diepe slaap, in welke fase de hersenen zeer langzaam werken en hierdoor goed kunnen herstellen. Voor ca. 15-20% vertoeven we in de droomslaap. In deze fase werken de hersenen zeer snel, maar beletten tevens dat de spieren zich aanspannen, zodat we onze droom niet kunnen verwezenlijken. De rest is oppervlakkige slaap waarin men meestal rustig en ontspannen in bed ligt, maar uit welke slaap men gemakkelijk wekbaar is. Meestal beletten apneuperioden dat er voldoende diepe slaap is en ook te weinig droomslaap. Door het voortdurend wakker schieten wordt ook de continuĆÆteit van de slaap verstoord. Dit is de reden waarom apneu leidt tot slaperigheid, concentratiestoornissen, geheugenverlies overdag.
Hart- en vaatziekten
Slaapapneu wordt algemeen beschouwd als een risicofactor voor hart- en vaatziekten. De onderbrekingen in de ademhaling veroorzaken namelijk een zuurstoftekort in hart, hersenen en andere organen. Dit kan leiden tot nachtelijke hartritmestoornissen, hartzwakte (30% van de mensen met hartzwakte lijdt aan slaapapneu), bloeddrukverhoging (bij 30% van de mensen met hoge bloeddruk komt een verhoogde apneu-index voor, en bij 30% van de patiƫnten met obstructieve slaapapneu wordt een verhoogde bloeddruk gevonden) en zelfs tot een hartinfarct of beroerte (CVA), vooral bij mensen met aderverkalking.
Diagnose
Wanneer op basis van de klachten (snurken, ademhalingsstilstanden, slaperigheid overdag) een vermoeden bestaat van het slaapapneusyndroom, is een gespecialiseerd slaaponderzoek (polysomnografie) in een slaapcentrum nodig. Zo’n slaapcentrum is er bvb. in het Virga Jesse ziekenhuis te Hasselt (algemeen nummer en inlichtingen 011/30.81.11) of in het UZ Gasthuisberg te Leuven (Centrum voor Slaapmonitoring, professor Bertien Buyse, Liesbet Van Houdenhove, 016/34.25.22).
Tijdens de slaap worden diverse lichaamsfuncties gemeten.
• De hersenactiviteit via een elektroencefalogram (EEG)
• De horizontale en verticale oogbewegingen via een electroƶculogram (EOG) gemaakt.
• De spieractiviteit wordt gemeten met een elektromyograaf (EMG).
• De luchtstroom door neus en mond;
• De borst- en/of buikbeweging worden gemeten met behulp van een band om borst en buik
• De hartfunctie met een elektrocardiogram (ECG) gemaakt.
• zuurstofverzadiging van het bloed gemeten
• slaaphouding
• meting snurkgeluiden
Indien er aanwijzingen bestaan voor een longaandoening, zal er een longfunctieonderzoek worden uitgevoerd. Ook zal steeds worden nagegaan of de klachten kunnen te maken hebben met luchtstroombelemmerende afwijkingen in neus of keel.
Preventie
Het enige dat men kan doen om slaapapneu te helpen voorkomen is de risicofactoren vermijden.
• Overgewicht voorkomen of verhelpen;
• Niet roken;
• Niet te veel alcohol drinken voor het slapengaan;
• Geen kalmeer- en slaappillen gebruiken.
• goede slaaphygiĆ«ne
Behandeling
Algemene maatregelen
Alcohol voor het slapengaan, slaap- en kalmeermiddelen moeten vermeden worden. Bij zwaarlijvigheid zal een dieet worden voorgesteld.
Neusmasker (CPAP)
De meest gebruikte methode is een behandeling met nasale CPAP (afkorting van continuous positive airway pressure - continue positieve druk via de neus). Tijdens de nacht wordt via een neusmasker voortdurend lucht in de neus en keel geblazen met een kleine compressor die naast het bed staat. Dierdoor ontstaat een overdruk in de keel waardoor het toeklappen van de keel verhinderd wordt. Het is even wennen, maar bij de meeste mensen werkt dit vrij goed.
Mondapparaatje
Voor mildere vormen van slaapapneu kan een speciaal mondapparaatje (Mandibulair repositie apparaat of MRA) volstaan zoals ook bij hardnekkig snurken wordt gebruikt. Het wordt over de tanden geschoven en houdt de onderkaak naar voren tijdens het slapen. Omdat de tong vastzit aan de onderkaak, blijft de tong beter op zijn plaats en zakt minder gemakkelijk in de keel. Het kan niet worden gebruikt bij mensen met een kunstgebit.
Chirurgische behandeling
Indien CPAP niet werkt of niet wordt verdragen, wordt soms een heelkundige behandeling uitgevoerd. De resultaten van UPPP (uvulo-palato-pharyngoplastiek of chirurgische wegname van de huig, de amandelbogen en een deel van de wand van het keelslijmvlies) zijn doorgaans bevredigend voor snurken, maar veel minder voor apneu.
Andere behandelingsmethoden
Er wordt geƫxperimenteerd met diverse technieken zoals elektrostimulatie van de tongspieren, maar deze technieken zitten nog in een experimenteel stadium.
Bron: www.gezondheid.be.
Vraag zeven lokt doorgaans de meeste reacties uit. "Snurkt u luid tijdens uw slaap?" luidt deze vraag. Wanneer ik de antwoorden op de vragenlijst overloop, bespreek ik de antwoorden waar de kandidaat voor het rijbewijs positief op heeft geantwoord. "Alles was negatief, behalve het snurken", zeg ik dan wel eens. De reacties lopen uiteen van gĆŖne tot uitgesproken jolijt. Vaak moet ik de bedoeling van deze vraag uitleggen.
Indien deze vraag positief wordt beantwoord, Ć©n vraag zes, zijnde "Heeft u overdag abnormale vermoeidheid of slaapneigingen?", dan kan het wijzen op een slaapapneusyndroom. En dat is een probleem. Want iemand met pathologische somnolentie tengevolge van slaapapneu, is niet rijgeschikt. Totaal niet, ook niet voor groep 1! Hij kan pas terug rijgeschikt verklaard worden 1 maand na het instellen van een succesvolle behandeling. Hij krijgt dan een rijbewijs die 2 jaar (groep 1) of 1 jaar (groep 2) geldig is. En pas hierna kan hij terug een rijbewijs bekomen met een normale geldigheidsduur. Niet om te lachen dus. Maar ik heb eigenlijk nog niet meegemaakt dat iemand beide vragen positief heeft beantwoord, en ik denk dat ik toch al ruim meer dan duizend schiftingen heb afgehandeld.
Net als de drugcluster vorige week, heb ik deze week een slaapapneucluster gehad - wat voor mij ook de aanleiding was om het nu over dit onderwerp te hebben. Drie mensen heb ik deze week verwezen naar hun huisarts met de suggestie om eens een polysomnografie (een slaaponderzoek) te laten uitvoeren. Het waren geen duidelijke gevallen van slaapapneu (gelukkig maar, ik zou niet graag hebben verteld dat ze met onmiddellijke ingang rijongeschikt waren), maar hun verhalen waren alle suggestief voor een beginnende slaapapneu. Luid snurken, 's morgens reeds een gevoel van vermoeidheid, de neiging om in slaap te vallen wanneer ze ergens moeten wachten, ... ik geef dan ook de raad om hun vrouw/vriendin/partner er eens op te laten letten of ze ook stoppen met ademen, een aantal seconden lang, om dan opeens wat dieper in te ademen, eventjes te schrikken zelfs, en dan terug normaal ademen. Dat is namelijk het beeld van slaapapneu. Maar om dat echt te objectiveren, is een nachtje in het hospitaal nodig.
Drie gevallen deze week. Waarschijnlijk ligt het ook voor een deel aan mijzelf, omdat ik er nu toevallig meer aandacht aan heb besteed tijdens de anamnese. Allemaal een kwestie van perceptie.
---
Slaapapneu
Definitie
Een apneu is een medische term voor een ademstilstand tijdens de slaap gedurende tenminste 10 seconden. Indien er meer dan 10 tot 15 apneus optreden per uur, spreekt men van een slaapapneusyndroom. Hierdoor daalt het zuurstofgehalte in de weefsels. Naast allerlei fysiologische veranderingen in het lichaam geven de hersenen het lichaam ook een signaal om wakker te worden. Na ontwaken, vaak met een schok, wordt de ademhaling weer hervat. De fysiologische veranderingen en het steeds ontwaken hebben het slaapapneusyndroom tot gevolg.
Oorzaken
De oorzaak van de apneus kan verschillend zijn. Op grond daarvan kunnen drie vormen van slaapapneu onderscheiden worden.
Het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) wordt veroorzaakt door een afsluiting (obstructie) van de ademweg. De afsluiting kan worden veroorzaakt door het uitzakken van het zachte weefsel in de wand van de keelholte, door het naar achteren zakken van de tong of door andere zachte, afsluitende delen in de keelholte. Door de afsluiting wordt de ademweerstand verhoogd en vindt er minder of zelfs geen transport van lucht naar longen plaats. Gedeeltelijke afsluiting van de keelholte veroorzaakt een turbulentie van de luchtstroom, die het weke verhemelte en andere structuren aan het trillen brengt. Dit leidt tot snurken. Indien bij het snurken de luchtverplaatsing naar de longen afneemt, spreekt men van hypopnoe. Zowel apnoe's als hypopnoe's kunnen aanleiding geven tot zuurstofgebrek in het bloed.
Het Centraal Slaapapneu Syndroom (CSAS) wordt veroorzaakt door een falen van de hersenen in het geven van impulsen naar de ademhalingsspieren. Daardoor worden er geen ademhalingsbewegingen uitgevoerd. De keelholte is hierbij normaal doorgankelijk voor lucht.
De derde vorm van slaapapneu is een mengvorm van OSAS en CSAS: zowel een obstructie van de ademweg als een falen in het prikkelen van de ademhalingsspieren.
Risicofactoren
Apneus treden bij de meeste mensen wel eens op. Onderzoek wijst echter uit dat 2 tot 4% van de volwassenen op middelbare leeftijd matig tot ernstig slaapapneu vertoont. Bij vrouwen komt dit dubbel zo veel voor als bij mannen.
Het obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) wordt vooral gezien bij zwaarlijvige mannen van middelbare leeftijd. Het OSAS is minder frequent bij vrouwen, kinderen en personen met normaal gewicht.
Een aantal factoren kunnen bijdragen tot slaapapneu.
• zwaarlijvigheid (o.m. vetweefsel in halsgebied)
• genetische aanleg
• Leeftijd
• Gebruik van alcohol, slaap- en kalmeermiddelen
• Roken
• Chronische luchtwegirritatie, oedeem
• Slaaphouding: rugligging
• Obstructie van de neusholte
• Obstructie van de keelholte (vergrote amandelen, vergrote huig)
• Nekomvang: veel slaapapneupatiĆ«nten hebben korte nekken met grote kaakbeenderen De omvang van de nek kan gebruikt worden als voorspeller van de kans op slaapapneu: iemand die een boordmaat groter dan 43 heeft, heeft een verhoogde kans op slaapapneu.
• Aangezichtsvervormingen
• Hormonale- en stofwisselingsaandoeningen (na de menopauze komt apneu bv. meer voor)
• Snurken is niet alleen een symptoom, maar ook een risicofactor voor slaapapneu.
Symptomen
Tekenen die wijzen op een slaapapneusyndroom zijn onder meer:
• ademstilstanden tijdens de slaap, gevolgd door luid gesnurk en/of woelen
• zwaar snurken
• wakker schrikken met verstikkingsgevoelens
• ochtendhoofdpijn
• slaperigheid overdag
• prikkelbaarheid
• concentratieverlies, vergeetachtigheid
• nachtzweten
• droge mond of pijnlijke keel bij het ontwaken
• vaak moeten plassen 's nachts
Waarom is slaapapneu gevaarlijk?
Slaperigheid
De nachtelijke slaap bestaat voor 15-20% uit zeer diepe slaap, in welke fase de hersenen zeer langzaam werken en hierdoor goed kunnen herstellen. Voor ca. 15-20% vertoeven we in de droomslaap. In deze fase werken de hersenen zeer snel, maar beletten tevens dat de spieren zich aanspannen, zodat we onze droom niet kunnen verwezenlijken. De rest is oppervlakkige slaap waarin men meestal rustig en ontspannen in bed ligt, maar uit welke slaap men gemakkelijk wekbaar is. Meestal beletten apneuperioden dat er voldoende diepe slaap is en ook te weinig droomslaap. Door het voortdurend wakker schieten wordt ook de continuĆÆteit van de slaap verstoord. Dit is de reden waarom apneu leidt tot slaperigheid, concentratiestoornissen, geheugenverlies overdag.
Hart- en vaatziekten
Slaapapneu wordt algemeen beschouwd als een risicofactor voor hart- en vaatziekten. De onderbrekingen in de ademhaling veroorzaken namelijk een zuurstoftekort in hart, hersenen en andere organen. Dit kan leiden tot nachtelijke hartritmestoornissen, hartzwakte (30% van de mensen met hartzwakte lijdt aan slaapapneu), bloeddrukverhoging (bij 30% van de mensen met hoge bloeddruk komt een verhoogde apneu-index voor, en bij 30% van de patiƫnten met obstructieve slaapapneu wordt een verhoogde bloeddruk gevonden) en zelfs tot een hartinfarct of beroerte (CVA), vooral bij mensen met aderverkalking.
Diagnose
Wanneer op basis van de klachten (snurken, ademhalingsstilstanden, slaperigheid overdag) een vermoeden bestaat van het slaapapneusyndroom, is een gespecialiseerd slaaponderzoek (polysomnografie) in een slaapcentrum nodig. Zo’n slaapcentrum is er bvb. in het Virga Jesse ziekenhuis te Hasselt (algemeen nummer en inlichtingen 011/30.81.11) of in het UZ Gasthuisberg te Leuven (Centrum voor Slaapmonitoring, professor Bertien Buyse, Liesbet Van Houdenhove, 016/34.25.22).
Tijdens de slaap worden diverse lichaamsfuncties gemeten.
• De hersenactiviteit via een elektroencefalogram (EEG)
• De horizontale en verticale oogbewegingen via een electroƶculogram (EOG) gemaakt.
• De spieractiviteit wordt gemeten met een elektromyograaf (EMG).
• De luchtstroom door neus en mond;
• De borst- en/of buikbeweging worden gemeten met behulp van een band om borst en buik
• De hartfunctie met een elektrocardiogram (ECG) gemaakt.
• zuurstofverzadiging van het bloed gemeten
• slaaphouding
• meting snurkgeluiden
Indien er aanwijzingen bestaan voor een longaandoening, zal er een longfunctieonderzoek worden uitgevoerd. Ook zal steeds worden nagegaan of de klachten kunnen te maken hebben met luchtstroombelemmerende afwijkingen in neus of keel.
Preventie
Het enige dat men kan doen om slaapapneu te helpen voorkomen is de risicofactoren vermijden.
• Overgewicht voorkomen of verhelpen;
• Niet roken;
• Niet te veel alcohol drinken voor het slapengaan;
• Geen kalmeer- en slaappillen gebruiken.
• goede slaaphygiĆ«ne
Behandeling
Algemene maatregelen
Alcohol voor het slapengaan, slaap- en kalmeermiddelen moeten vermeden worden. Bij zwaarlijvigheid zal een dieet worden voorgesteld.
Neusmasker (CPAP)
De meest gebruikte methode is een behandeling met nasale CPAP (afkorting van continuous positive airway pressure - continue positieve druk via de neus). Tijdens de nacht wordt via een neusmasker voortdurend lucht in de neus en keel geblazen met een kleine compressor die naast het bed staat. Dierdoor ontstaat een overdruk in de keel waardoor het toeklappen van de keel verhinderd wordt. Het is even wennen, maar bij de meeste mensen werkt dit vrij goed.
Mondapparaatje
Voor mildere vormen van slaapapneu kan een speciaal mondapparaatje (Mandibulair repositie apparaat of MRA) volstaan zoals ook bij hardnekkig snurken wordt gebruikt. Het wordt over de tanden geschoven en houdt de onderkaak naar voren tijdens het slapen. Omdat de tong vastzit aan de onderkaak, blijft de tong beter op zijn plaats en zakt minder gemakkelijk in de keel. Het kan niet worden gebruikt bij mensen met een kunstgebit.
Chirurgische behandeling
Indien CPAP niet werkt of niet wordt verdragen, wordt soms een heelkundige behandeling uitgevoerd. De resultaten van UPPP (uvulo-palato-pharyngoplastiek of chirurgische wegname van de huig, de amandelbogen en een deel van de wand van het keelslijmvlies) zijn doorgaans bevredigend voor snurken, maar veel minder voor apneu.
Andere behandelingsmethoden
Er wordt geƫxperimenteerd met diverse technieken zoals elektrostimulatie van de tongspieren, maar deze technieken zitten nog in een experimenteel stadium.
Bron: www.gezondheid.be.