In een eerdere post heb ik het al even gehad over beroepskankers, meer bepaald over mesotheliomen - steeds veroorzaakt door asbest. Dat is dan ook het enige pluspunt aan deze verschrikkelijke kanker: er hoeft geen oorzakelijk verband aangetoond te worden, het kàn alleen maar door asbest veroorzaakt worden. Dit heeft mee geholpen met het bewijzen dat asbest kankerverwekkend is, het is heel eenvoudig om de mesotheliomen te identificeren. Er kunnen ook andere kankers veroorzaakt worden door asbest, maar bewijs dan maar eens dat het door contact met asbest komt - dan moet je al met een lavage (BAL of broncho-alveolaire lavage: een "spoeling" van de longen) asbestvezels aantonen. Voor zover ik weet, wordt dit tot nog toe enkel in het U.Z. Gasthuisberg gedaan, door de dienst van prof. dr. Ben Nemery (consultatie Beroepsziekten).
Als de betrokkene gerookt heeft (wat de kans op longkanker door asbest dan nog eens vertienvoudigt) wordt het al helemaal ingewikkeld om een aanvraag tot beroepsziekte goedgekeurd te krijgen.
Het is goed dat er nu een "asbestfonds" komt, waardoor ook zelfstandigen en mensen die niet beroepsmatig in contact zijn gekomen met asbest in aanmerking komen voor een tegemoetkoming.
Er is pas sinds 1993 een totale ban van asbest (in België - in verscheidene delen van de wereld wordt het wel nog toegepast!). Een mesothelioom kan een latentietijd hebben van 30 jaar. Het aantal asbestgerelateerde kankers in België zal de komende jaren waarschijnlijk nog behoorlijk gaan toenemen.
---
De Programmawet van 27 december 2006 voorziet de oprichting van een zogenaamd Asbestfonds dat slachtoffers van ziekten gerelateerd aan asbest moet vergoeden. Het Fonds zou vanaf 1 april 2007 operatief moeten worden. Het Asbestfonds zal minimaal kunnen rekenen op een budget van 10 miljoen € jaarlijks. Daarbovenop wordt het fonds gefinancierd met bijdragen van de werkgevers. In totaal 20 miljoen € jaarlijks.
Wie op zijn werk in contact kwam met asbest, kon al terecht bij het Fonds voor Beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten kan bepaalde categorieën van loontrekkenden echter niet vergoeden (bv. personeel van de NMBS, van de post of militairen). Hetzelfde geldt voor zelfstandigen, waarvan ook een groot aantal in het kader van beroepsactiviteiten aan asbest werden blootgesteld (installateurs van verwarming, garagisten, elektriciens, ...). Tenslotte zijn er de vele slachtoffers die besmet werden door een niet-professionele blootstelling: door een asbestbesmetting in familiale kring, door contact met mensen die werkten met asbest; door blootstelling aan asbest door te wonen in de buurt van een fabriek, door in aanraking te komen met vrij asbest in lokalen, enz.
Door het Asbestfonds komen nu ook die mensen in aanmerking voor een (beperkte) tegemoetkoming. Bovendien moeten de slachtoffers alleen kunnen bewijzen dat ze ooit zijn blootgesteld aan asbest.
Voorlopig is alleen een schadevergoeding voorzien voor mensen met mesothelioom of asbestose, niet voor de andere asbestgebonden ziekten. Maar dat zou in de toekomst kunnen uitgebreid worden.
Er kan ook een schadevergoeding worden toegediend aan de familieleden indien het slachtoffer intussen overleden is.
Bron: Gezondheid.be. Asbestfonds. 20 april 2007.
Als de betrokkene gerookt heeft (wat de kans op longkanker door asbest dan nog eens vertienvoudigt) wordt het al helemaal ingewikkeld om een aanvraag tot beroepsziekte goedgekeurd te krijgen.
Het is goed dat er nu een "asbestfonds" komt, waardoor ook zelfstandigen en mensen die niet beroepsmatig in contact zijn gekomen met asbest in aanmerking komen voor een tegemoetkoming.
Er is pas sinds 1993 een totale ban van asbest (in België - in verscheidene delen van de wereld wordt het wel nog toegepast!). Een mesothelioom kan een latentietijd hebben van 30 jaar. Het aantal asbestgerelateerde kankers in België zal de komende jaren waarschijnlijk nog behoorlijk gaan toenemen.
---
De Programmawet van 27 december 2006 voorziet de oprichting van een zogenaamd Asbestfonds dat slachtoffers van ziekten gerelateerd aan asbest moet vergoeden. Het Fonds zou vanaf 1 april 2007 operatief moeten worden. Het Asbestfonds zal minimaal kunnen rekenen op een budget van 10 miljoen € jaarlijks. Daarbovenop wordt het fonds gefinancierd met bijdragen van de werkgevers. In totaal 20 miljoen € jaarlijks.
Wie op zijn werk in contact kwam met asbest, kon al terecht bij het Fonds voor Beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten kan bepaalde categorieën van loontrekkenden echter niet vergoeden (bv. personeel van de NMBS, van de post of militairen). Hetzelfde geldt voor zelfstandigen, waarvan ook een groot aantal in het kader van beroepsactiviteiten aan asbest werden blootgesteld (installateurs van verwarming, garagisten, elektriciens, ...). Tenslotte zijn er de vele slachtoffers die besmet werden door een niet-professionele blootstelling: door een asbestbesmetting in familiale kring, door contact met mensen die werkten met asbest; door blootstelling aan asbest door te wonen in de buurt van een fabriek, door in aanraking te komen met vrij asbest in lokalen, enz.
Door het Asbestfonds komen nu ook die mensen in aanmerking voor een (beperkte) tegemoetkoming. Bovendien moeten de slachtoffers alleen kunnen bewijzen dat ze ooit zijn blootgesteld aan asbest.
Voorlopig is alleen een schadevergoeding voorzien voor mensen met mesothelioom of asbestose, niet voor de andere asbestgebonden ziekten. Maar dat zou in de toekomst kunnen uitgebreid worden.
Er kan ook een schadevergoeding worden toegediend aan de familieleden indien het slachtoffer intussen overleden is.
Komen daarvoor in aanmerking:
• de echtgenoot die op het tijdstip van het overlijden noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden is, op voorwaarde dat het huwelijk plaatsvond ten minste 365 dagen voor de overlijdensdatum of uit het huwelijk een kind is geboren of op het ogenblik van het overlijden een kind ten laste is voor wie één van de echtgenoten kinderbijslag ontving;
• de langstlevende echtgenoot die uit de echt of van tafel en bed gescheiden is en die wettelijk of conventioneel onderhoudsgeld genoot ten laste van het slachtoffer;
• de echtgenoot die op het tijdstip van het overlijden noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden is, op voorwaarde dat het huwelijk plaatsvond ten minste 365 dagen voor de overlijdensdatum of uit het huwelijk een kind is geboren of op het ogenblik van het overlijden een kind ten laste is voor wie één van de echtgenoten kinderbijslag ontving;
• de langstlevende echtgenoot die uit de echt of van tafel en bed gescheiden is en die wettelijk of conventioneel onderhoudsgeld genoot ten laste van het slachtoffer;
• de kinderen zolang ze recht hebben op kinderbijslag en in elk geval tot de leeftijd van 18 jaar.
Ongehuwde, samenwonende gezinsleden komen niet in aanmerking voor de schadevergoeding.
Slachtoffers die aanspraak maken op een dergelijke vergoeding, mogen geen procedure meer inspannen tegen diegene die verantwoordelijk is voor de schade (bv. de omwonenden van een asbestfabriek).
Ongehuwde, samenwonende gezinsleden komen niet in aanmerking voor de schadevergoeding.
Slachtoffers die aanspraak maken op een dergelijke vergoeding, mogen geen procedure meer inspannen tegen diegene die verantwoordelijk is voor de schade (bv. de omwonenden van een asbestfabriek).
Bron: Gezondheid.be. Asbestfonds. 20 april 2007.