1. Stijging
De term neutrofilie of granulocytose wordt gebruikt indien de concentratie neutrofielen hoger is dan 7,5x109/l. Meest voorkomende oorzaken zijn bacteriële infecties, sepsis en ontstekingen van andere aard zoals trauma, brandwonden, hartinfarct en tumoren. Bij neutrofilie door infecties en ontstekingen komt vaak linksverschuiving voor, dat wil zeggen onrijpe granulocyten in bloed, veelal met toxische korreling, lichaampjes van Döhle en vacuolen.
Indien het aantal neutrofielen zeer sterk verhoogd is, boven 50x109/l, spreekt men van een leukemoïde reactie. Dit beeld komt voor bij zeer ernstige infecties, vooral bij kinderen, bij vergiftigingen, zware verbranding en sommige tumoren. In het laboratorium is het soms lastig, een leukemoïde reactie te onderscheiden van een chronisch myeloïde leukemie, maar vanzelfsprekend is het klinische beeld van groot belang.
Bij chronisch myeloïde leukemie en andere myeloproliferatieve aandoeningen die met neutrofilie gepaard gaan (polycytemie) is er altijd linksverschuiving, maar andere kwalitatieve afwijkingen komen hierbij zelden voor.
2. Daling
Indien de neutrofielen in bloed dalen onder 2,5x109/l spreekt men van neutropenie. Er zijn twee hoofdoorzaken voor neutropenie: verminderde aanmaak en verhoogde afbraak. Een neutropenie wordt meestal veroorzaakt door geneesmiddelen die de aanmaak van neutrofiele granulocyten selectief remmen, vooral pijnstillers en antibiotica. Verder kunnen ernstige infecties, zoals tyfus en hepatitis, en ioniserende straling leiden tot neutropenie. Verhoogde afbraak wordt vaak veroorzaakt door geneesmiddelen, die via antistoffen tot neutropenie leiden. Zeldzame oorzaken van neutropenie zijn auto-immuun neutropenie, cyclische neutropenie en neonatale immuun neutropenie. Agranulocytose is een klinisch syndroom van zeer ernstige neutropenie met koorts en infecties; het wordt veroorzaakt door bepaalde geneesmiddelen.
De term neutrofilie of granulocytose wordt gebruikt indien de concentratie neutrofielen hoger is dan 7,5x109/l. Meest voorkomende oorzaken zijn bacteriële infecties, sepsis en ontstekingen van andere aard zoals trauma, brandwonden, hartinfarct en tumoren. Bij neutrofilie door infecties en ontstekingen komt vaak linksverschuiving voor, dat wil zeggen onrijpe granulocyten in bloed, veelal met toxische korreling, lichaampjes van Döhle en vacuolen.
Indien het aantal neutrofielen zeer sterk verhoogd is, boven 50x109/l, spreekt men van een leukemoïde reactie. Dit beeld komt voor bij zeer ernstige infecties, vooral bij kinderen, bij vergiftigingen, zware verbranding en sommige tumoren. In het laboratorium is het soms lastig, een leukemoïde reactie te onderscheiden van een chronisch myeloïde leukemie, maar vanzelfsprekend is het klinische beeld van groot belang.
Bij chronisch myeloïde leukemie en andere myeloproliferatieve aandoeningen die met neutrofilie gepaard gaan (polycytemie) is er altijd linksverschuiving, maar andere kwalitatieve afwijkingen komen hierbij zelden voor.
2. Daling
Indien de neutrofielen in bloed dalen onder 2,5x109/l spreekt men van neutropenie. Er zijn twee hoofdoorzaken voor neutropenie: verminderde aanmaak en verhoogde afbraak. Een neutropenie wordt meestal veroorzaakt door geneesmiddelen die de aanmaak van neutrofiele granulocyten selectief remmen, vooral pijnstillers en antibiotica. Verder kunnen ernstige infecties, zoals tyfus en hepatitis, en ioniserende straling leiden tot neutropenie. Verhoogde afbraak wordt vaak veroorzaakt door geneesmiddelen, die via antistoffen tot neutropenie leiden. Zeldzame oorzaken van neutropenie zijn auto-immuun neutropenie, cyclische neutropenie en neonatale immuun neutropenie. Agranulocytose is een klinisch syndroom van zeer ernstige neutropenie met koorts en infecties; het wordt veroorzaakt door bepaalde geneesmiddelen.