Doorgaan naar hoofdcontent

Cardiovasculaire risicofactoren: Cholesterol

Als men het over de vettenbalans heeft, gaat het in eerste instantie over het totale cholesterolgehalte, de triglyceriden en het HDL-cholesterolgehalte. Aan de hand van dat laatste kan men het LDL-cholesterolgehalte berekenen, en dat is een oorzakelijke factor voor atherosclerose; HDL-cholesterol is daarentegen een beschermende factor.

Men kan niet spreken over een welbepaald cholesterolgehalte waardoor iemand een risicopersoon wordt. Men dient het geheel van afwijkingen wat vetten betreft én van de andere risicofactoren (hoge bloeddruk, roken, diabetes, zwaarlijvigheid,…) samen te bekijken om het globale hart- en vaatrisico van de patiënt te beoordelen en hem zo doeltreffend mogelijk te behandelen.

Binnen de groep van 35- tot 84-jarigen (ongeveer 5.500.000 mensen) zijn er circa 1.700.000 mensen bij wie het risico dat ze binnen de tien jaar een ernstige cardio- of cerebrovasculaire aandoening krijgen meer dan 15%. Voor 350.000 onder hen is het risico al groter dan 30%.

Te veel cholesterol is vooral schadelijk voor de slagaderwand, want de andere organen slagen er zonder al te veel moeilijkheden in zich tegen cholesterolafzetting te verdedigen.

Wat u kunt doen
De beslissing om het cholesterolgehalte met geneesmiddelen te doen dalen hangt niet in de eerste plaats af van het gehalte zelf. Er zijn immers mensen die wel een hoog cholesterolgehalte maar niet noodzakelijk hart- en vaatproblemen hebben. Van belang is niet zozeer het cholesterolgehalte verlagen maar wel het risico van een cardiovasculair accident. Dat risico houdt niet alleen verband met het cholesterolgehalte maar ook met andere factoren (roken, hoge bloeddruk, diabetes,…).
In eerste instantie zal men bijgevolg moeten weten of het cardiovasculaire risico op grond van de risicofactoren samen (dus niet alleen degene die met vetten te maken hebben) toeneemt. Als de arts vindt van wel, dan moet men werken aan alle risicofactoren die voor wijziging vatbaar zijn, d.w.z. stoppen met roken, bloeddruk verminderen,… en minder cholesterol.
Om het cholesterolgehalte te verlagen dient men in eerste instantie opnieuw tot een evenwichtige voeding te komen. Pas wanneer het cholesterolgehalte dan nog te hoog blijft, kan men geneesmiddelen overwegen.

Met minder cholesterol en minder verzadigde vetzuren in de voeding kunt u het cholesterolgehalte en dan vooral het LDL-C gehalte verlagen.
Een evenwichtige voeding kan leiden tot een gemiddelde verlaging van het LDL-C gehalte met ongeveer 10%. Welbepaalde voedingspatronen, bijvoorbeeld bij vegetariërs, kunnen het LDL-C gehalte enorm doen dalen tot waarden van 30%.
Doorgaans bevat een dergelijk voedingspatroon plantaardige sterolen, soja-eiwitten, viskeuze vezels en eventueel bepaalde zaden (amandelen).
Ter vergelijking: de werkzaamste geneesmiddelen doen het LDL-C gehalte met 50 tot 60% dalen.

Bron: Belgische cardiologische liga.

Populaire posts van deze blog

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Moet je bij het vaccineren optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit?

Je haalt het vaccin uit de verpakking, duwt de lucht eruit*, je steekt de naald in de bovenarm. En dan? Trek je even op, om te kijken of je niet in een bloedvat zit? Fout!  De griepvaccinatiecampagne loopt op haar laatste benen, maar dit onderwerp blijft sowieso relevant. Over het griepvaccin in het algemeen heb ik recent nog geblogd ( veilig, effectief, versterkt afweer, beschermt anderen ), en de vraag of je de injectieplaats moet ontsmetten heb ik ook onlangs nog beantwoord ( nee ). Bij deze een nieuwe stelling, die blijkbaar niet alom gekend is: bij het plaatsen van een vaccin in de musculus deltoideus, moet je NIET even optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit. Ik doe dat zelf ook nog vaak, hoor. Macht der gewoonte. Zelfs eerst de plek ontsmetten, ook al is dat dus niet nodig. Zo kan ik even goed wrijven, en voelen ze de prik niet. Trick of the trade. De naald erin, eventjes optrekken (damn, deed ik het weer), en dan langzaam inspuiten. Want dan heeft de

Bescherming voor Brusselse huishoudhulpen: Wat er verandert

Het Brussels Parlement heeft recentelijk besloten de rechten en arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te versterken. Dit artikel beschrijft de kernpunten van deze ordonnantie en hoe deze de huishoudhulpen in Brussel beïnvloedt. Groeiende behoefte aan bescherming Brussel telt op dit moment 28.137 huishoudhulpen, waarvan 21.393 Brusselaars zijn. 95 procent van hen is vrouw, veelal van buitenlandse afkomst en met een lage opleiding. Zij verzorgen dagelijks de huishoudelijke taken van 116.162 gebruikers. Met zo'n omvangrijke groep is het duidelijk dat hun bescherming en welzijn van het grootste belang zijn, zo stelt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) via zijn ordonnantie.   Opleiding en begeleiding Een kenmerk van de nieuwe regelgeving is de focus op opleiding. Elke nieuwe werknemer in de sector moet een initiële opleiding van 9 uur ondergaan, gevolgd door een jaarlijkse verplichte opleiding van 16 uur. Ter ondersteuning hiervan zullen bedrijven hun werkn