Doorgaan naar hoofdcontent

Bloed doneren geen bescherming tegen hartkwaal

Ik zou echt terug eens bloed moeten geven. Sinds mijn reis naar Peru en Bolivië, waarna ik een jaar lang geen bloed meer mocht geven (het is een risicogebied), is het er niet meer van gekomen. En dat is ondertussen al zeven! jaar geleden, wat vliegt de tijd. Het mag dan wel blijkbaar niet beschermen tegen hart- en vaatziekten, maar daar draait het bij bloed geven uiteindelijk ook niet om. Mijn bloedgroep, O negatief, is bovendien de meest gezochte bloedgroep. Dit bloed kan namelijk aan iedereen gegeven worden, de universele donor. Maar mijn schuldgevoel zal wellicht wat minderen zodra al het bloed kan omgezet worden tot bloedgroep O - er zou een enzym zijn dat hiertoe in staat is, en dit zou alle problemen van bloedtekort kunnen oplossen.

---
WAGENINGEN - Het doneren van bloed biedt geen bescherming tegen hart- en vaatziekten. Nieuw onderzoek van de vakgroep Humane Voeding van de Wageningen Universiteit weerlegt deze hardnekkige fabel.
Volgens de onderzoekers gaat al sinds 1981 het gerucht dat het afstaan van bloed gezond zou zijn. Bloed doneren zou namelijk de ijzerspiegel in het bloed doen dalen en een hoge ijzerspiegel zou de vaatwanden eerder aantasten. Het Wageningse onderzoek onder vierhonderd donoren en tweehonderd niet-donoren heeft daar echter geen enkel bewijs voor gevonden, aldus wetenschapper Marianne Geleijnse.
De onderzoekers selecteerden donoren en niet-donoren van tussen de 50 en 60 jaar, die meermalen per jaar bloed afstaan. Zij bleken inderdaad wat minder ijzer in hun bloed te hebben, maar hun vaatwanden waren niet waarneembaar dunner dan die van mensen die geen bloed afstaan. Verdikte vaatwanden zijn een voorspeller van hartinfarcten en beroerten.
Bloeddonoren zijn over het algemeen wel gezonder dan hun leeftijdgenoten die geen bloed geven. Maar dat komt volgens Geleijnse omdat mensen die doneren vaak bewust levende mensen zijn die waarschijnlijk ook op voeding en beweging letten. Bovendien mogen ongezonde mensen meestal geen bloeddonor worden.

Bron: AD.nl. 22 maart 2007.

Populaire posts van deze blog

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Moet je bij het vaccineren optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit?

Je haalt het vaccin uit de verpakking, duwt de lucht eruit*, je steekt de naald in de bovenarm. En dan? Trek je even op, om te kijken of je niet in een bloedvat zit? Fout!  De griepvaccinatiecampagne loopt op haar laatste benen, maar dit onderwerp blijft sowieso relevant. Over het griepvaccin in het algemeen heb ik recent nog geblogd ( veilig, effectief, versterkt afweer, beschermt anderen ), en de vraag of je de injectieplaats moet ontsmetten heb ik ook onlangs nog beantwoord ( nee ). Bij deze een nieuwe stelling, die blijkbaar niet alom gekend is: bij het plaatsen van een vaccin in de musculus deltoideus, moet je NIET even optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit. Ik doe dat zelf ook nog vaak, hoor. Macht der gewoonte. Zelfs eerst de plek ontsmetten, ook al is dat dus niet nodig. Zo kan ik even goed wrijven, en voelen ze de prik niet. Trick of the trade. De naald erin, eventjes optrekken (damn, deed ik het weer), en dan langzaam inspuiten. Want dan heeft de

Bescherming voor Brusselse huishoudhulpen: Wat er verandert

Het Brussels Parlement heeft recentelijk besloten de rechten en arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te versterken. Dit artikel beschrijft de kernpunten van deze ordonnantie en hoe deze de huishoudhulpen in Brussel beïnvloedt. Groeiende behoefte aan bescherming Brussel telt op dit moment 28.137 huishoudhulpen, waarvan 21.393 Brusselaars zijn. 95 procent van hen is vrouw, veelal van buitenlandse afkomst en met een lage opleiding. Zij verzorgen dagelijks de huishoudelijke taken van 116.162 gebruikers. Met zo'n omvangrijke groep is het duidelijk dat hun bescherming en welzijn van het grootste belang zijn, zo stelt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) via zijn ordonnantie.   Opleiding en begeleiding Een kenmerk van de nieuwe regelgeving is de focus op opleiding. Elke nieuwe werknemer in de sector moet een initiële opleiding van 9 uur ondergaan, gevolgd door een jaarlijkse verplichte opleiding van 16 uur. Ter ondersteuning hiervan zullen bedrijven hun werkn