Zwaarlijvigheid is een geniepige vijand. Enerzijds is het op zichzelf een risicofactor voor hart en bloedvaten, anderzijds werkt ze het optreden van andere risicofactoren in de hand, in het bijzonder de hoeveelheid vetten in het bloed en type 2 diabetes.
Het is een van de meest verspreide risico’s in industrielanden. In België zit momenteel één volwassene op twee en één kind of adolescent op vijf opgezadeld met een lichaamsgewicht dat een bedreiging vormt voor hun hart. En alle gegevens wijzen in dezelfde richting: de toestand verergert nog.
Wanneer spreekt men van overgewicht
De zogenaamde Body Mass Index of BMI, berekent men door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meter. Zo heeft iemand die 70 kg weegt en 1 meter 80 groot is een body mass index van [70 / (1,8)²], dus 21,6.
Het gewicht wordt als gezond beschouwd als de BMI tussen 18,5 en 24,9 zit. Met een BMI tussen 25 en 29,9 lijdt men aan overgewicht; van zwaarlijvigheid is sprake bij een BMI van meer dan 30.
Het cardiovasculair risico neemt toe zodra iemands BMI hoger stijgt dan 27; hoe hoger de stijging, des te groter het risico.
Maar men kan best ook rekening houden met de tailleomtrek: zelfs zonder overgewicht is de aanwezigheid van buikvet schadelijk omdat het de risico’s verhoogt die men gewoonlijk associeert met overgewicht. De tailleomtrek mag niet meer bedragen dan 80 cm bij een vrouw en 94 cm bij een man. Vanaf 88 cm bij de vrouw en 102 cm bij de man is het cardiovasculair risico nog hoger.
Wat u kunt doen
De voornaamste twee oorzaken van zwaarlijvigheid zijn een te rijke en overvloedige voeding en gebrek aan lichaamsbeweging. Gezond en in redelijke hoeveelheden eten en drinken, bewegen wanneer het maar kan en regelmatig de confrontatie met de weegschaal aangaan: dat zijn de middelen om een gezond gewicht te behouden of te hervinden.
5 tot 10% gewicht verliezen volstaat vaak al om het risico voor hart en bloedvaten te verminderen.
Bron: Belgische cardiologische liga.
Het is een van de meest verspreide risico’s in industrielanden. In België zit momenteel één volwassene op twee en één kind of adolescent op vijf opgezadeld met een lichaamsgewicht dat een bedreiging vormt voor hun hart. En alle gegevens wijzen in dezelfde richting: de toestand verergert nog.
Wanneer spreekt men van overgewicht
De zogenaamde Body Mass Index of BMI, berekent men door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meter. Zo heeft iemand die 70 kg weegt en 1 meter 80 groot is een body mass index van [70 / (1,8)²], dus 21,6.
Het gewicht wordt als gezond beschouwd als de BMI tussen 18,5 en 24,9 zit. Met een BMI tussen 25 en 29,9 lijdt men aan overgewicht; van zwaarlijvigheid is sprake bij een BMI van meer dan 30.
Het cardiovasculair risico neemt toe zodra iemands BMI hoger stijgt dan 27; hoe hoger de stijging, des te groter het risico.
Maar men kan best ook rekening houden met de tailleomtrek: zelfs zonder overgewicht is de aanwezigheid van buikvet schadelijk omdat het de risico’s verhoogt die men gewoonlijk associeert met overgewicht. De tailleomtrek mag niet meer bedragen dan 80 cm bij een vrouw en 94 cm bij een man. Vanaf 88 cm bij de vrouw en 102 cm bij de man is het cardiovasculair risico nog hoger.
Wat u kunt doen
De voornaamste twee oorzaken van zwaarlijvigheid zijn een te rijke en overvloedige voeding en gebrek aan lichaamsbeweging. Gezond en in redelijke hoeveelheden eten en drinken, bewegen wanneer het maar kan en regelmatig de confrontatie met de weegschaal aangaan: dat zijn de middelen om een gezond gewicht te behouden of te hervinden.
5 tot 10% gewicht verliezen volstaat vaak al om het risico voor hart en bloedvaten te verminderen.
Bron: Belgische cardiologische liga.